Altijd iets nieuws
bij Theo van Dam
De vroegere telefoontechnicus Theo van Dam (1950) koos voor de schone kunsten toen hij tegen de 35 liep. Professioneel kunstenaar werd hij eerst toen hij de 55 al was gepasseerd en zijn loopbaan bij PTT (telefoonmonteur) en KPN (projectleider) had beëindigd.
Sindsdien steekt hij in het gehucht de Behelp in Asten-Heusden al zijn tijd in galerie/atelier ArTheo. Dat is een zelf gecreëerd paradijsje met een binnen- en buitenatelier en een beeldentuin, die hij elk voorjaar ruimhartig deelt met collega-kunstenaars. De bedrijfsnaam ArTheo staat bovendien voor rondleidingen en workshops.
Theo van Dam was nog maar zes toen zijn vader overleed. Een jongetje dat in zijn geboorteplaats Asten graag buiten voetbalde, maar als oudste van zes ook al vroeg verantwoordelijkheden kreeg opgelegd. Zijn uitlaatklep werden zijn tekenblokken.
In 1960 verhuisden de Van Dams naar Asten-Heusden, waar ze deelnamen aan het bloeiende verenigingsleven en verantwoordelijkheden niet uit de weg gingen. Dat gold zeker voor Theo, teamspeler pur sang. Hij werd steunpilaar in het vaandelteam van de voetbalclub, bestuurslid bij de werkende jongeren, voorzitter van het open jongerencentrum, uitbater van café De Sport, voorzitter van de Stichting Komfeesten.
Tijdens zijn kunstenaarsbestaan komt die teamspirit later weer bovendrijven. Van Dam verbindt dan zijn naam aan workshops voor aankomende beeldhouwers, aan de kunstenaarsgroep X-stream, de Open Atelier Dagen Deurne - Asten en Museum Klok en Peel, waar hij medeorganisator wordt van Kunst & Kultuur in de Oranjerie.
De jonge Theo van Dam durfde van een artistiek bestaan niet eens te dromen. Hij en zijn leeftijdgenoten gingen na hun lagere school naar ambacht- of landbouwschool om een vak te leren of naar de mulo als aanloop naar een kantoor- of onderwijzersbestaan.
Hijzelf wilde met z\\\\\\\'n handen werken en koos vanwege het vak elektrotechniek voor de LTS in Helmond. Van Dam: \\\\\\\"Dat vak trok; mijn vader was PTT-er geweest.\\\\\\\"
Zo\\\\\\\'n technische school mag dan geen artistieke omgeving lijken, Theo van Dam haalde eruit wat erin zat. \\\\\\\"Het eerste jaar kregen we technisch tekenen. Van El Lissitzky of het kubisme had ik nog nooit gehoord, maar ik vond het prachtig om te experimenteren met kubussen en cirkels.\\\\\\\"
Na de LTS stapte de jonge elektricien Theo van Dam in zijn vaders voetsporen en werd hij telefoontechnicus. Bij het PTT-telefoonbedrijf - later KPN - zou hij in de loop der jaren alle takken van sport beoefenen. Hij werkte er met plezier tot september 2007. Maar hoe toegewijd ook, hij liet zich nooit helemaal opslokken door zijn werkgever.
Theo\\\\\\\'s passie voor tekenen vond in de jaren \\\\\\\'70 een uitlaatklep in het open jongerencentrum, waar hij zich - geïnspireerd door de graficus Escher - op pentekeningen stortte. Hij zette zijn talent in voor praktisch gebruik: affiches voor het OJC, omslagen voor het verenigingsblad van de voetbalclub. Verder maakte hij samen met de latere kunstenares Anna Verrijt grote wanddecoraties voor gemeenschapshuis Unitas.
Zijn artistieke escapades raakten tijdelijk op de achtergrond toen Theo zijn vrouw Marjan leerde kennen en het jonge paar in Heusden Café De Sport ging uitbaten. Maar zodra zich bij alle andere bezigheden ook nog het ouderschap aandiende, moest er gekozen worden.
Kinderen en cafébedrijf vonden Theo en Marian geen goede combinatie. Ze verhuisden naar de rand van de bebouwde kom, waar de rust van het buitenleven Theo aanzette tot hernieuwde creativiteit.
In 1982 werd hij geveld door open TBC en nadien wist hij het voor 100% zeker: hij wou alleen nog dingen doen die hij graag deed. Dat leidde in 1983 tot een keuze voor het kunstenaarschap.
Autodidact Theo van Dam koos er nu voor om les te gaan halen. Eerst bij de schilders Jo Manders en Ajo van IJzeren-van Doorn (ArtIris), daarna bij Peter Hermans. In totaal had hij acht jaar les, maar als non-academicus voelt hij zich nog steeds autodidact. Een die nooit werkte voor de verkoop, maar voor de voldoening van het maken.
Theo van Dam gunde zich een permanente speurtocht naar een persoonlijk optimale zeggingskracht en al doende ontwikkelde hij ambachtelijk meesterschap. Hij is een tekenaar die achtereenvolgens schilder werd, beeldhouwer en omgevingskunstenaar. Inhoudelijk gezien heeft Theo door zijn permanente zoektocht altijd iets nieuws te bieden. De rode draad in zijn oeuvre is de \\\\\\\'ontmoeting\\\\\\\' dan wel de \\\\\\\'confrontatie\\\\\\\'.
Theo opereert daarbij niet op het puntje van de abstracte kunst, maar is meer de man die het abstraheren tot kunst heeft verheven: in zijn werk mag/moet altijd iets herkenbaars zitten. Opvallend is ook zijn hang naar perfectie. Vooral zijn beeldhouwwerk getuigt daarvan. \\\\\\\"Een beeld heeft 360 aanzichten,\\\\\\\" zegt hij in een presentatie, \\\\\\\"het moet gewoon overal kloppen.\\\\\\\"
Hoewel hij zich nooit commercieel heeft opgesteld, is Theo van Dam een kunstenaar geworden die met enige regelmaat verkoopt en opdrachten krijgt. In exposities is hij selectiever geworden dan hij was.Opleidingenzie biografie, later van enkele kunstenaars, heb mezelf als autodidact ontwikkeld.
Exposities:
2019 She-art Nuenen april
2019 Beeldentuin, groepsexpositie mei/juni
2018 Beeldentuin, groepsexpositie
2018 Collectief X-stream
2017 Beeldentuin Ruimte beeld Nuenen.
2017 Kruithuis, ‘s-Hertogenbosch
2017 Stadspark en museum Venray
2017 Kerkje van Persingen
2016 Ruimte in beeld Geldrop
2016 Beeldentuin, groepsexpositie
2015 Grotiushuis, Radbouduniversiteit Nijmegen
2015 GGZ Boxmeer
2015 Beeldentuin, groepsexpositie
2014 Beeldentuin, groepsexpositie
2013 Beeldentuin, groepsexpositie
2012 Beeldentuin, groepsexpositie
2010 Landschapskunst Misty Fields Asten-Heusden
2010 Artibosch \\\\\\\'s Hertogenbosch
2010 OAD Museum De Wieger
2010 Beeldentuin, groepsexpositie
2010 Artimond Helmond
2010 Landschapskunst Misty Fields Asten-Heusden
2009 OAD Museum De Wieger
2009 Artimond Helmond
2009 Beeldentuin, groepsexpositie
2008 Mariakapel Holthees
2008 Artimond Helmond
2007 OAD Museum De Wieger